Prostaatontsteking controleren met urine of sperma?
‘Is na de behandeling van een prostaatontsteking met antibiotica een urineonderzoek voldoende om vast te stellen dat de ontsteking verholpen is? Of kan dit beter worden vastgesteld door het onderzoeken van sperma?’ Deze vraag ontvingen wij van een van onze lezers. Onze medisch directeur professor Debruyne geeft antwoord.
Antibiotica gebruik bij een prostaatontsteking (prostatitis) is alleen noodzakelijk als er echt sprake is van een bacteriële prostatitis. Dit betekent dat er ook duidelijk bacteriën in de urine, prostaatvocht of desnoods het sperma zijn vastgesteld. Een bacteriële prostatitis is in zijn acute vorm doorgaans een vrij heftig ziekteverschijnsel met (hoge) koorts, veel pijn in de onderbuik en in het “kruis”, pijn bij plassen en algemene ziekteverschijnselen van een infectie.
De klachten reageren meestal vrij goed op een geschikt antibioticum en de acute ziekteverschijnselen en klachten zijn dan ook doorgaans na enkele dagen voorbij. Dit betekent echter niet dat de bacteriën dan al definitief en/of voldoende uit de prostaat (en de blaas) verdwenen zijn. De prostaat is een moeilijk te bereiken orgaan en bij onvoldoende lange behandeling kunnen bacteriën al of niet in slapende vorm, in de prostaat blijven hangen.
Het is daarom noodzakelijk om de antibioticabehandeling in volle kracht (therapeutische doses) ook al zijn de klachten al weg, gedurende meerdere weken aan te houden. Zelf raad ik altijd voor een acute bacteriële prostaatontsteking 6 weken antibioticagebruik aan. Zo niet bestaat het risico dat een chronische bacteriële prostatitis ontstaat en dit is dikwijls een vervelend paar andere mouwen.
Er zal na de antibioticakuur altijd een onderzoek gebeuren van de urine (urinekweek) om na te kijken of de bacteriën verdwenen zijn. Dit is meestal het geval zeker als ook de klachten over zijn. Een controle urinekweek is voldoende. Kweek van prostaatvocht of sperma is alleen nodig als de klachten blijven bestaan maar meestal komt ook uit dergelijk onderzoek dan niet veel positiefs. De ontsteking dreigt dan chronisch te worden en dit is moeilijk met welke kweek dan ook aan te tonen.
Het is echter vermeldenswaard dat de meeste vormen van chronische prostaatontstekingen niet zuiver “bacterieel” van aard zijn. Deze meestal zeer lastig te behandelen prostaataandoening zijn dan het gevolg van micro-organismen – een soort bacterie – die parasitair bij de mens leeft en (zeer) seksueel overdraagbaar zijn, zoals chlamydia en mycoplasmata (ureaplasma). Deze organismen reageren minder goed op antibiotica en zijn dan ook dikwijls lastig definitief te behandelen.
Tenslotte is er nog de veel voorkomende vorm van chemische chronische prostatitis waarbij de klachten van chronische prostaatinflammatie veroorzaakt worden door chemische prikkeling van de prostaat door irritatieve bestanddelen die uit de urine in de prostaatklier terecht komen. Ook die vorm kan vervelende en soms aanhoudend terugkerende klachten geven die soms niet goed te behandelen zijn. Gezien er hierbij geen bacteriën in het spel zijn hebben antibiotica bij deze vorm van chronische prostaatontsteking geen zin.