Zet patiënt centraal bij prostaatkanker
Prostaatkanker is een van de meest voorkomende kankeroorzaken bij de man. Jaarlijks wordt in Nederland bij ongeveer 13.000 mannen prostaatkanker vastgesteld, veruit de meesten boven 55 jaar. En jaarlijks overlijden er ongeveer 2.500 mannen in Nederland aan prostaatkanker. Dit betekent dus ook dat een grote groep mannen met prostaatkanker goed en wel levend door het leven gaat.
De prostaat
De prostaat, een orgaan dat aan de blaasuitgang rond de plasbuis is gelegen, zorgt voor de voedingselementen voor de zaadcellen en is de grootste producent van zaadvloeistof bij zaadlozing. Bij het ouder worden kunnen zowel goedaardige als kwaadaardige prostaatvergrotingen ontstaan.
Goedaardige prostaatvergroting
Klachten van goedaardige prostaatvergroting komen frequent voor en uiteindelijk krijgen veel ouder wordende mannen aan deze afwijking, waarbij er soms er ook (plas)klachten ontstaan. Veel mannen zullen medicamenteus kunnen worden behandeld. Anderen zullen hieraan uiteindelijk moeten worden geopereerd. Het voordeel van een goedaardige vergroting is dat het uiteindelijk niet levensbedreigend is.
Prostaatkanker is kwaadaardige prostaatvergroting
Prostaatkanker is meestal een sluimerende, langzaam ontwikkelende ziekte. Als een patiënt uiteindelijk overlijdt aan zijn prostaatkanker, gebeurt dit gemiddeld 15 jaar na de aanvankelijke diagnose. Het komt de laatste tijd vaker voor dat de diagnose op jongere leeftijd wordt gesteld. Dit komt mede doordat er nu vaker bij risicogroepen actief naar prostaatcarcinoom wordt gezocht. Dit zijn vooral mannen met een familiale voorgeschiedenis van prostaatkanker, waarbij de diagnose ook bij hun vader, broer of oom is gesteld.
Omdat de diagnose veel frequenter wordt gesteld dan dat mannen overlijden aan prostaatkanker, is er altijd een gevaar van overdiagnose en overbehandeling. Er bestaan nu duidelijk criteria waarbij voor een patiënt een afwachtende houding kan worden gekozen. Voor patiënten, bij wie de diagnose van een niet agressief beginnend prostaatcarcinoom wordt gesteld, betekent dit dat er eigenlijk geen behandeling hoeft te volgen. Deze patiënten worden dan in een zogenaamd actief bewakingsprotocol (‘active surveillance’) opgenomen.
Zet patiënt en levenskwaliteit centraal
Ervaring leert dat bijna 50% van de mannen bij wie prostaatkanker is vastgesteld, in aanmerking komen voor een ‘active surveillance’ protocol. Dit betekent dat zij na de diagnose geen enkele behandeling krijgen, niet worden geopereerd en niet hoeven te worden bestraald. Zij worden nauwkeurig – aanvankelijk om de 6 maanden en later jaarlijks – gecontroleerd. Deze controle bestaat uit een bloedafname (voor controle van PSA), een algemeen lichamelijk onderzoek en zo nodig een echografisch onderzoek van de prostaat, dat plaatsvindt via de anus.
Een dergelijke aanpak beantwoordt volledig aan het motto ‘de patiënt centraal’. De afwachtende houding voorkomt de complicaties van de behandeling, of dit nu medicijnen, chirurgie of radiotherapie is. Daarnaast is dit actief bewakingsprotocol voldoende om bijtijds eventuele progressie van de ziekte te ontdekken, zodat al deze patiënten uiteindelijk niet aan prostaatkanker komen te overlijden en een lange levensverwachting hebben, waarbij de levenskwaliteit centraal kan blijven worden gesteld.
Bij prostaatkanker betekent ‘patiënt centraal’ dat de patiënt en zijn omgeving, maar zeker ook de artsen, bewust zijn van de bijwerkingen van behandeling, en voorkomen dat een niet agressief beginnend prostaatcarcinoom niet wordt ‘overbehandeld’. Zoals altijd is ‘overbehandeling’ niet alleen duur, maar ook schadelijk voor deze patiënt.