Welke active surveillance patiënt heeft te zijner tijd een actieve behandeling nodig?
Na een wetenschapsstage bij Andros Clinics raakte geneeskunde student Matthijs Duijn geïntrigeerd door de vraag: ‘Welke active surveillance patiënt heeft te zijner tijd een actieve behandeling nodig? Zijn er voorspellende waarden?’ Daarom heeft hij zijn wetenschapsstage verlengd met een aanvullend wetenschappelijk onderzoek bij Andros onder leiding van uroloog Theo de Reijke. Hij vertelt over de opzet van zijn onderzoek.
Mannen met de diagnose prostaatkanker met een laag risico of gunstige intermediair risico kunnen kiezen voor active surveillance. Bij active surveillance worden ze goed onder controle gehouden en wordt een actieve behandeling zoals operatie of bestraling, zo lang als verantwoord uitgesteld om zo ook mogelijke negatieve bijwerkingen van deze in opzet genezende behandeling zo lang mogelijk uit te kunnen stellen.
Is er een relatie tussen kenmerken en het verloop van de active surveillance?
Op basis van eerdere studies veronderstellen we dat er bij mannen met een laag risico of gunstig intermediair risico prostaatkanker die een active surveillance programma volgen, mogelijk een verband zal zijn tussen klinische en/of demografische kenmerken. Als we deze kenmerken kunnen achterhalen zouden we al in een vroeg stadium het risico op progressie van de kanker kunnen vaststellen en wanneer een actieve behandeling nodig zal zijn.
Wat is active surveillance?
Active surveillance omvat een strikte follow-up bestaande uit regelmatige PSA-beoordelingen, rectale prostaatonderzoeken, MRI-scans en indien nodig herhaalde biopsieën. Dit kan volgens het Prostate Cancer Research International Active Surveillance (PRIAS) Protocol. Bij vroege tekenen van ziekteprogressie zal de uroloog aan de patiënt voorstellen om over te gaan tot actief behandelen met operatie en/of bestraling.
Tegenwoordig is active surveillance een gevestigde benadering om de nadelige effecten van overbehandeling te verminderen. Onderzoek toont aan dat in de VS tussen 2010 en 2015 active surveillance is gestegen van 15% naar 42%.
Nog weinig wetenschappelijk bewijs over mogelijke relatie
Bij gebrek aan wetenschappelijk bewijs is er nog weinig bekend over een mogelijke relatie tussen patiënt- en ziekte-specifieke kenmerken en een mogelijke overstap naar een actieve behandeling als gevolg van ziekteprogressie. Er is wereldwijd slechts een handvol onderzoeken die deze correlatie heeft bestudeerd.
Onderzoek om individualisering te verbeteren
Er is meer onderzoek nodig om de relevantie van bepaalde kenmerken vast te stellen en zo de individualisering van active surveillance te verbeteren. Op die manier kunnen patiënten met een hoger individueel risico, als gevolg van de aanwezigheid van bepaalde karakteristieken, intensiever gevolgd worden en patiënten met een lager individueel risico minder intensief.
Retrospectieve cohortstudie
De onderzoeksopzet is een retrospectieve cohortstudie waarbij naast de gegevens van Andros Clinics ook gegevens van diverse andere ziekenhuizen uit het Prostaatkanker Netwerk Nederland worden gebruikt.
Statistisch wordt geanalyseerd of er een verband is tussen leeftijd, BMI, ras en klinische/pathologisch karakteristieken zoals MRI-gegevens (PI-RADS, ADC-waarde, diameter van laesie) en ISUP-score, vastgesteld aan het begin van diagnose, en het risico op ziekteprogressie en uiteindelijk de switch naar een actieve behandeling.
Na mijn studie geneeskunde wil ik me specialiseren als uroloog. Het zou bijzonder zijn om straks als uroloog gebruik te kunnen maken van de resultaten van dit wetenschappelijke onderzoek.