Studie naar kenmerken en het verloop van active surveillance bij prostaatkanker
Onlangs werd in de World Journal of Urology onderzoek gepubliceerd dat werd verricht bij onder andere Andros Clinics naar de relatie tussen initiële kenmerken en het verloop van active surveillance bij prostaatkanker.
Bij active surveillance wordt de ontwikkeling van een in de prostaat gelokaliseerde en niet agressieve prostaatkanker nauwlettend gevolgd in plaats van direct opereren of bestralen. Eerder schreven we al over de start van dit wetenschappelijke onderzoek.
Op basis van eerdere studies werd verondersteld dat er bij mannen met een laag risico of gunstig intermediair risico prostaatkanker die een active surveillance programma volgen, mogelijk een verband zal zijn tussen klinische en/of kenmerken zoals leeftijd, BMI en ras en het feit of deze patiënten eerder progressie zullen hebben .
Deze studie ‘The association between patient and disease characteristics,and the risk of disease progression in patients with prostate cancer on active surveillance’ bevestigt de relatie tussen de ontwikkeling van prostaatkanker en klinische kenmerken zoals grootte van de tumor op de eerste MRI, MRI T-stadium, hogere PI-RADS score en initiële PSA-waarde. Een relatie met overige kenmerken kon met deze studie niet worden aangetoond.
De onderzoeksopzet was een retrospectieve cohortstudie waarbij naast de gegevens van Andros Clinics ook gegevens van diverse andere ziekenhuizen uit het Prostaatkanker Netwerk Nederland werden gebruikt.
Doel studie
Het doel van deze studie was het identificeren en beoordelen van patiënt- en ziektekenmerken die verband houden met een verhoogd risico op ziekteprogressie bij mannen met prostaatkanker onder actieve surveillance.
Methoden
Patiënten werden bestudeerd met prostaatkanker met een laag risico (ISUP GG1) of een gunstig gemiddeld risico (ISUP GG2). Alle patiënten ondergingen ten minste één herhaalde biopsie. We volgden het verloop van de prostaatkanker (ziekteprogressie) aan de hand van pathologische uitkomsten. Om het verband tussen de kenmerken (covariaten) en de ziekteprogressie te evalueren maakten we gebruik van univariate en multivariate Cox-proportionele gevarenanalyses.
Resultaten
In totaal werden 240 mannen geïncludeerd, van wie er 198 (82,5%) gediagnosticeerd werden met prostaatkanker met laag risico en 42 (17,5%) met prostaatkanker met gunstig gemiddeld risico. Ziekteprogressie werd waargenomen bij 42,9% (103/240) van de mannen.
Indexlaesie > 10 mm (HR = 2,85; 95% BI 1,74-4,68; p < 0,001), MRI (m)T-stadium 2b/2c (HR = 2,52; 95% BI 1,16-5,50; p = 0,02), hoogste Een PI-RADS-score van 5 (HR 3,05; 95% BI 1,48-6,28; p = 0,002) en een hoger PSA-waarde (HR 1,06; 95% BI 1,01-1,11; p = 0,014) bij aanvang waren geassocieerd met ziekteprogressie bij univariate therapieanalyse. Multivariate analyse toonde geen significante baseline-voorspellers van ziekteprogressie aan.
Conclusie
Bij AS-patiënten met PCa met laag risico of gunstig intermediair risico zijn de diameter van de tumor, het MRI (m)T-stadium, de hoogte van de PI-RADS-score en het PSA-niveau bij aanvang significante voorspellers van ziekteprogressie tot aan de volgende biopsie.
Bron: Journal of Urology