Afwachten bij niet agressieve prostaatkanker – interviews dagblad Telegraaf
Over afwachten bij een niet agressieve prostaatkanker werden onze patiënt Peter van Dorp en onze medisch directeur Paul Kil geïnterviewd door dagblad De Telegraaf. Afwachten bij prostaatkanker wordt ook wel ‘onder controle blijven’ of active surveillance genoemd.
De diagnose prostaatkanker hoeft lang niet altijd een noodlot te zijn. Wanneer je er op tijd bij bent, is een operatie lang niet altijd nodig en volstaat het soms om iemand intensief onder controle te houden. Zo leeft Peter van Dorp (65) twee jaar nadat de ziekte bij hem werd geconstateerd, nog altijd klachtenvrij.
“Echt heel erg geschrokken was ik niet”, vertelt Van Dorp over het moment dat hij de diagnose kreeg. “Ik wist dat ik tot een risicogroep behoorde, aangezien mijn vader aan de gevolgen van prostaatkanker is overleden. Hij was 75 jaar toen het werd ontdekt en liep er toen waarschijnlijk al jarenlang mee rond. Vanaf mijn vijftigste liet ik daarom al regelmatig mijn PSA meten. Toen die twee jaar geleden opeens opliep, werd bij Andros Clinics, waar ik onder behandeling was, meteen een MRI gedaan. Daarop waren twee verdachte plekjes te zien die, na een biopt, inderdaad kwaadaardig bleken te zijn.”
Niet agressieve vorm
Omdat het niet ging om een agressieve vorm en ze er op tijd bij waren, werd in overleg met Van Dorp besloten om nog niet te behandelen, maar onder controle te blijven. “Dat vond ik meteen een prettig idee”, vertelt Van Dorp. “Ik heb in het verleden darmkanker gehad, waarna een stuk van mijn darm is weggehaald. De onrustige cellen in mijn prostaat, voelden daarbij vergeleken niet heel alarmerend. Het gaf me rust dat ik niet opnieuw onder het mes hoefde en kon volstaan met drie keer per jaar bloed prikken en een jaarlijkse ’apk-keuring’: bloed prikken, urine controleren, een echo en soms ook een mri. Tot nu toe gaat dat heel goed.”
Geen klachten
Klachten heeft hij niet. “Dat is natuurlijk het verraderlijke van deze vorm van kanker: je merkt er meestal niets van, terwijl het zich ondertussen wel kan uitbreiden”, aldus Van Dorp. “Dat is ook bij mijn vader gebeurd: tegen de tijd dat hij klachten kreeg, was het al uitgezaaid. Gelukkig leven we inmiddels in andere tijden, waardoor mij niet hetzelfde hoeft te overkomen. Mijn uroloog heeft me verteld dat, zelfs als de cellen zich uitbreiden, er nog allerlei genezende behandelopties zijn voordat we de laatste stop bereiken. De kans dat ik hieraan ga overlijden is heel klein.”
Andere naam dan kanker is wenselijk
Van Dorp zou daarom ook graag willen dat er een andere naam komt voor wat hij heeft. “Het is officieel wel kanker, maar het heeft voor mij een heel andere klank. Daardoor heb ik het er ook niet echt moeilijk mee. Tegen andere mensen ben ik er van begin af aan open over. Ik vertel wel dat ik prostaatkanker heb, maar in een slapende vorm. Doordat ik niet in paniek ben, zijn anderen dat ook niet.”
Toch staat Van Dorp wel anders in het leven sinds hij twee keer de diagnose kanker kreeg. “Ik sta iedere dag op met een dankbaar gevoel, dan voel ik me gezegend dat ik er nog ben en de tijd heb om van mijn kinderen en kleinkinderen te genieten – de vijfde is inmiddels onderweg. Ook hou ik van wandelen, fietsen en doe ik met veel plezier vrijwilligerswerk in de kerk. Ik voel me niet ziek, al ben ik me er wel altijd van bewust dat dat kan veranderen. Daarom adviseer ik alle mannen die ik spreek om regelmatig hun PSA te laten controleren. Ook mijn zoon weet dat hij, wanneer hij de vijftig nadert, risico loopt. Niet dat hij daar bang voor is, hoor. Angst zit bij ons niet echt in de familie.”
Dr. Paul Kil over prostaatkanker
“Een beginnende vorm van prostaatkanker kun je zelf niet herkennen, ook een agressieve variant niet”, zegt dr. Paul Kil, medisch directeur en uroloog bij Andros Clinics. “Prostaatklachten hebben vaak een andere oorzaak, zoals onschuldige ouderdomsklachten van een vergrote prostaat. Wanneer prostaatkanker wél klachten geeft, ben je vrijwel altijd te laat.
Daarom is het belangrijk dat mensen die in een risicogroep vallen, weten dat ze vroegtijdig hun PSA kunnen laten meten. Vroeger moest er bij een verhoogde PSA altijd een biopt worden genomen, wat voor veel mannen een vervelend vooruitzicht was. Nu zit daar een MRI tussen, wat 50% van de onnodige biopten voorkomt.
Als er wel een afwijking wordt gevonden, is er een verschil tussen agressieve en langzaam groeiende cellen. Ik pleit ervoor om de milde vorm geen kanker te noemen, maar een voorstadium. In dit geval heeft het onze voorkeur om de patiënt actief te volgen, in plaats van te behandelen. Van deze groep moet 30% binnen vijf jaar alsnog geopereerd of bestraald worden. De behandeling heeft dan hetzelfde succespercentage als wanneer er meteen na de diagnose ingegrepen wordt. Afwachten is dus volkomen veilig. Na vijf jaar wordt de kans dat de tumor nog gaat groeien, steeds kleiner.
Doe de risicocheck prostaatkanker
Lees meer over onder controle blijven bij prostaatkanker
Bron: Telegraaf